Het pleidooi voor de legalisatie van XTC wordt de laatste tijd steeds vaker gevoerd in het maatschappelijke debat. Niet alleen politici als Kathalijne Buitenweg van GroenLinks, maar ook wetenschappers en hoogleraren, zoals Wim van den Brink, komen met argumenten die pleiten voor de legalisatie van de partydrug. Maar is dit wel zo’n goed idee? Aan het woord zijn een wetenschapper, een jonge politicus en een EHBO’er.
“Ik zou erg voor een regulering van de XTC zijn”, zegt emeritus-hoogleraar psychiatrie en verslavingszorg Wim van den Brink. “Waarom? Als je kijkt naar wat XTC is, wat het doet en wat de gevaren zijn, dan zijn die eigenlijk heel beperkt. Als je XTC vergelijkt op verslavingsrisico, op psychische-, cognitieve en lichamelijke problemen, dan zien we eigenlijk dat het waarschijnlijk een van de minst ernstige drugs is die we kennen.”
Danny Drogt, voorzitter van de Jonge Democraten Overijssel, kan zich wel vinden in de woorden van Van den Brink: “Wij als Jonge Democraten zijn ook groot voorstander van de legalisatie van XTC. Als je het legaliseert, dan kun je het standaardiseren, voorlichting geven en er een etiketje op plakken. Mensen weten nu niet wat ze innemen.” Het gaat de Jonge Democraten echter niet alleen om de veiligheid van de gebruikers van XTC. Ook de maatschappij is gebaat bij het legaliseren van XTC: “Het doel van het legaliseren is ook om de XTC de criminaliteit uit te helpen. Vooral in het zuiden zien we bij de grens een behoorlijke hoeveelheid criminele activiteit. Op deze manier kunnen we het zwarte geld eruit halen. Bovendien kunnen we het gebruik van XTC dan gaan belasten met een accijns, het blijft toch iets negatiefs.”, aldus Drogt.
Gaan dan door de legalisering van XTC niet opeens veel meer mensen het gebruiken? Volgens Van den Brink valt dat wel mee: “XTC is in Nederland nu al zo goed beschikbaar, dat het gebruik niet zal gaan toenemen als het gereguleerd wordt. Een drempel is er de facto al niet meer. Zelfs als het verbruik iets toeneemt, weten mensen in dat geval wel wat ze innemen. Ik denk dat dat vanuit het perspectief van de volksgezondheid de betere situatie is.”
Erik Jan Veldman van Top EHBO, een bedrijf dat hulpverlening op evenementen verzorgt, is sceptischer over de legalisatie van XTC. “Wij zijn bij een feest geweest waar de dag van tevoren aan de jongeren in de klas werd verteld over alcohol en drugs. Toen moesten we uiteindelijk de ouders van iemand bellen, waarop ze zeiden: “hij is gisteren nog voorgelicht, daarvoor had hij nog nooit gedronken”. Diegene moest wel mee met de ambulance.” Erik Jan denkt dat jongeren door deze voorlichting juist eerder benieuwd raken naar drugs als XTC, waardoor ze ook in een vroeger stadium gaan gebruiken. “Je wakkert met die voorlichting dus ook de nieuwsgierigheid aan. Wij krijgen op de post vaak mensen onder de 18. Ik denk dat juist wanneer de drempel lager wordt om XTC te verkrijgen, wij het ook drukker gaan krijgen”.
Van den Brink denkt echter niet dat het gebruik van XTC zal toenemen door de legalisering: “XTC is in Nederland zo goed beschikbaar, dat je niet kunt zeggen dat het gebruik zal toenemen als het wordt gereguleerd. Die drempel is er de facto eigenlijk al niet meer. De kans dat gebruik toeneemt is dus heel klein.” Danny Drogt sluit zich bij het argument van Van den Brink aan: “Het doel van de legalisering is niet zozeer om de drempel te verhogen. We willen vooral zorgen dat het niet meer nodig is dat iedere dag één van die jongeren met de ambulance mee moet gaan. Vanuit ons perspectief zeggen we: wat jij met je lichaam doet is je eigen keus, daar heeft de overheid niets mee te maken.”
Luister de volledige uitzending van Debatkamer over dit onderwerp hierboven terug.
Geef een reactie