Olivier van de Voort (21) heeft op 11-jarige leeftijd een paardrijongeluk gehad waardoor hij zijn onderbeen moest laten amputeren. Ondanks alles is hij blijven vechten. Zo stond hij in 2016 op de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro, waar hij zilver won op de 100 meter rugslag. Daarnaast heeft hij zijn eigen bedrijf MO4, Motivational Olivier, opgericht.
Hoe ben je erbij gekomen om motivational speaker te worden?
‘Het begon allemaal bij de vraag van scholen, die vroegen of ik meer wilde vertellen over mijn boek, Kampioen, hoe ik daar mee omging en waar ik mijn motivatie uit haalde. Op een gegeven moment groeide de vraag niet alleen meer bij scholen, maar ook bij bedrijven. Van het één kwam het ander en schreef ik me in bij de Kamer van Koophandel.’
Heb je dat presenteren altijd al in je gehad of..
‘Een prater ben ik altijd al geweest, maar het NOC*NSF bood mij een opleiding aan over hoe je het beste kon presenteren en hoe je je topsport kan vergelijken met het bedrijfsleven. Daar heb ik het presenteren echt geleerd’.
Wat vertel je dan allemaal in een presentatie?
‘Dat verschilt per bedrijf en school waar ze in willen groeien. Hierbij kun je denken aan hoe krijg je vertrouwen binnen je team of hoe ga je om met een tegenslag. Waar zij op willen focussen, daar bouw ik mijn presentatie omheen’.
Zo verveelt het ook minder snel.
‘Klopt, elke keer is het weer anders en dat maakt het ook zoveel leuker om te doen’.
Over vervelen gesproken, hoe hou je het boeiend?
‘Mijn presentaties moeten niet zoals een standaard hoorcollege worden, daarom wissel ik om de vijftien minuten af met een quiz of activiteit om iedereen bij de les te houden. Iemand weet namelijk na 7 seconden al of je interessant bent om naar te luisteren of niet, die eerste paar seconden zijn dus erg belangrijk’.
‘Die ene hand maakte me direct vrolijk’
Hoe zorg jij er dan voor dat ze die eerste 7 seconden niet afhaken?
‘Een paar dingen zijn erg belangrijk, zoals kleding, uitstraling en houding. Daarnaast is ook een goede opening erg belangrijk’.
En wat is die goede opening bij jou.
‘Dat heb ik allemaal van een leraar van mij van vroeger. Hij gaf bij binnenkomst elke leerling een hand en die ene hand maakte me direct vrolijk. Het persoonlijke gevoel dat die hand mij gaf wil ik meenemen. Daarom geef ik iedereen bij binnenkomst een hand. Zodat er gelijk een goede sfeer is en ze er zin in krijgen’.
Waar kwam je eigen motivatie vandaan?
‘Ik werd voor het ongeluk Fries kampioen en wilde dat weer behalen, waardoor ik al mijn focus en kracht op mijn doel gooide om weer Fries kampioen te worden’.
En dat is gelukt.
‘Klopt, zo gezegd zo gedaan, want daar stond ik tussen de valide zwemmers als Fries kampioen’.
Wat dacht je toen je weer kampioen was geworden?
‘Het gaf me kracht, waardoor ik een groter doel kreeg dan alleen Fries kampioen. Ik wilde wereldkampioen worden. Alleen om daar te komen, daar zitten nog wel een paar stappen tussen dus kwam eerst de focus op het worden van Nederlands kampioen’.
En dat werd je.
Olivier begint van oor tot oor te stralen en er verschijnt een sprankeling in zijn ogen. Alsof hij weer dat moment beleeft in zijn hoofd. Het is even stil, maar vertelt vol trots verder ‘Ja, het is me gelukt om Nederlands kampioen te worden, en niet eens tussen de invalide zwemmers maar tussen de valide zwemmers.’
Kon je het zelf wel geloven?
‘Ik kon het op dat moment niet geloven, het is toch maar een raar idee dat een paralympisch zwemmer tussen de valide zwemmers Nederlands kampioen wordt, vind je niet?’
Ja dat is niet iets wat normaal voorkomt. Geloofde je er zelf in dat het je zou lukken?
‘Ik geloofde er zelf wel in dat ik het kon halen, maar veel mensen geloofden daar niet in. Dat is ook weer een moment waar ik veel van heb geleerd. Je moet niet naar anderen luisteren, maar naar jezelf en de mensen die je goed kennen en steunen, zoals familie.’
Heb je veel aan hun steun gehad?
‘Enorm. Wat ik ook deed, mijn ouders en familie hebben mij altijd gesteund. En dat is ook iets wat ik aan ouders wil meegeven in mijn presentaties: steun je kind door dik en dun en laat ze in zichzelf geloven.’
Is dat ook iets wat je hebt geleerd door topsport.
‘Ja, topsport heeft mij veel geleerd op het gebied om in jezelf te geloven. Het is namelijk erg belangrijk om uit te gaan van je eigen kracht en niet jezelf te vergelijken met anderen.’
Waarom?
‘Veel mensen vergelijken zich met andere mensen en zetten de knop om in een negatieve modus. Alleen moeten we ophouden met onszelf zo te vergelijken en eens gaan kijken naar wat wij wel kunnen en daar onze kracht uithalen’.
Het lijkt me dat het bij jou ook niet altijd even makkelijk ging, toch?
‘Nee klopt, ging het ook niet altijd. Maar dat is het moment dat je de knop om moet zetten en moet gaan analyseren. Wat ging er fout, waarom en hoe kunnen we dat oplossen. Zodat je niet blijft hangen in het negatieve, maar blijft doorgaan’.
‘Ik wil niet zitten mopperen tot mijn 80ste’
Het blijven doorgaan is dus erg belangrijk.
‘Jazeker, dat is ook wel een punt dat ik wil overbrengen in mijn presentaties. Ondanks alles wat ik heb meegemaakt ben ik blijven vechten voor wat ik wil. Ik hoor vaak mensen zeggen wat hun doel is en wat ze willen bereiken in het leven, maar daarna doen ze er verder niks aan het waar te maken.’
Jij geeft ze dus eigenlijk dat laatste duwtje.
‘Ja, ze willen vaak graag, maar hebben dat laatste duwtje nodig. Ik heb ook vanuit het niets dingen bereikt. Dus hoop ze zo die mindset te geven dat ze niet meer blijven zitten maar gewoon gaan beginnen’.
Voordat ik daarop kan antwoorden begint Olivier over zijn eerste ontmoeting met zijn oude trainer, Mark Faber, van het Nederlandse paralympische team. ‘Het is me namelijk altijd bijgebleven wat hij mij als eerste vertelde toen ik hem ontmoette. Volgens hem was er maar één weg om aan de top te komen en dat is de snelweg. Iets waar ik het totaal niet mee eens ben en veel discussies met hem over heb gehad’.
Wat is het volgens jou dan?
‘Ik denk dat er meerdere wegen zijn dan alleen de snelweg. Zo geloof ik in de doorgaande weg, een weg met meerdere routes waar het niet uitmaakt welke route je neemt. Zolang je maar blijft doorgaan en blijft doorzetten kom je uiteindelijk wel bij je bestemming’.
Over doorgaan gesproken, hoe heeft het ongeluk je sterker gemaakt als persoon?
‘Zelf heeft het me niet veel veranderd, want ik was nog steeds gewoon Oliver. Van jongs af aan ben ik al erg positief ingesteld, waardoor ik de instelling had van: ik wil niet zitten mopperen tot mijn 80ste, ik wil verder met mijn leven en het beste eruit halen. Alleen beschouwde de buitenwereld mij wel heel anders, als dat zielige gehandicapte jongetje.’
‘Velen willen geen handicap hebben’
Was dat vervelend?
‘Ja, maar ook erg gek dat een persoon zo snel gezien kan worden als iemand anders. Ik voelde mezelf namelijk helemaal niet gehandicapt en ook totaal niet zielig’.
Zou het zelf ook niet fijn vinden om zielig gevonden te worden.
‘Het is niet iets wat je wilt horen. Je hoopt meer dat ze respect voor je hebben met wat je doet en bereikt.’
Ik heb altijd al veel respect voor je gehad, klinkt raar maar zou je wel willen zijn als ik kijk naar wat je allemaal hebt bereikt en hoe je hebt doorgezet.
‘Dat is best ironisch. Ik heb vaak genoeg gehoord dat mensen mij juist niet wilden zijn, velen willen geen handicap hebben’.
Maar je bent niet een handicap, je bent een topsporter.
‘Klopt en dat klinkt veel beter in mijn oren dan het zielige gehandicapte jongetje’.
Je zwemt nog steeds toch?
‘Ja, ik train nu zo’n 12 uren, waarvan 10 uren in het water en 2 uren krachttraining’.
Want je hebt voor je studie zwemmen op een lager niveau gezet, heb je je propedeuse al gehaald?
‘Ja die heb ik gehaald, hoezo?’
In een interview van een paar jaar geleden heb je aangegeven dat je de Paralympische Spelen in Tokio niet uit het zicht houdt, maar eerst je propedeuse wou halen. Hoe staat dat er nu voor?
‘Op dit moment ben ik daarover in gesprek met mijn oude trainer, Mark Faber. Ik ga een keuring afleggen om te kijken in welke s-klasse ik ga komen en de uitkomst daarvan zal bepalend zijn of ik wel of niet de spelen ga doen’.
Die uitslag kan je hele leven weer omgooien.
‘Klopt, maar ik zou het daar allemaal voor over hebben’.
Ik kijk hem aan. Hij wordt er een beetje ongemakkelijk van en vraagt wat er is. Waarop ik lach en vraag of ik de eerste mag zijn die hem interviewt wanneer hij de Paralympische Spelen in 2020 gaat doen.
Hij lacht. ‘Dat beloof ik.’
Pinkypromise?
‘Pinkypromise’
Geef een reactie