ZWOLLE – Het Nedersaksisch, de ‘taal’ van een groot deel van de Groningse, Drentse, Friese, Overijsselse en Gelderse gemeenschap, wordt officieel erkend als een zelfstandig, wezenlijk en volwaardig onderdeel van de Nederlandse taal. Dat werd bevestigd met de ondertekening van een convenant op 10 oktober.
“Dit is geen eindpunt, maar een startpunt” luidt de conclusie van de gedeputeerden van de aanwezige provincies, nadat ze een zaal vol pers en taalliefhebbers toespraken in het Provinciehuis van Overijssel. “Een historische dag”; zo omschrijft gedeputeerde van de provincie Overijssel, Hester Maij, de dag waarop dan eindelijk het convenant getekend wordt dat moet zorgen voor meer erkenning van de taal waaronder het Twents, Achterhoeks en Sallands vallen. Ook Jos Mooijweer, een raadslid van de provincie Overijssel dat zich de afgelopen jaren heeft ingezet voor meer erkenning van het Nedersaksisch, is erg positief. “Het is geweldig dat al die Nedersaksische overheden een akkoord hebben weten te sluiten met de minister en het Rijk. Aandacht is sowieso goed, maar nu wordt ook het signaal afgegeven dat men de taal serieus neemt.”
Gedeputeerde Hester Maij naast de Secretaris-Generaal.
“Tot gisteren zagen ministers van Binnenlandse Zaken het niet zitten”, vertelt Jan Germs, directeur van streektaalorganisatie het Huus van de Taol. Minister van Binnenlandse Zaken, Kasja Ollongren, ziet het belang van de erkenning echter wel in. Secretaris-Generaal Schurink zette namens het Rijk daarom zijn handtekening onder het convenant. “We hebben vandaag afgesproken dat we het Nedersaksisch proberen levend te houden. We willen de taal graag behouden en dus moeten we ervoor zorgen dat naast ouderen ook jongeren het spreken”, vertelt hij voor onze camera.
https://www.youtube.com/watch?v=zghhho50_H0
Er klopt iets niet
Raadslid Jos Mooijweer vindt het gek dat hij zijn moedertaal, het Nedersaksisch, niet mag spreken bij de Provinciale Staten. “Toen ik benoemd werd als raadslid, deed ik mijn eed in het Twents. Ik zag het als een statement, want ik was de eerste die het deed. De eed was niet rechtsgeldig, omdat het illegaal is om een eed in het Nedersaksisch af te leggen. Toen ik het later in het Fries deed, was dat wél legaal. Het is een hele rare situatie. Zowel het Fries als het Nedersaksisch is een erkende regionale taal, maar als ik als volksvertegenwoordiger van de provincie Overijssel niet mijn eed mag afleggen in de erkende taal van mijn eigen provincie, klopt er iets niet. Ons land kent 200.000 Friestaligen, maar veel meer mensen spreken Nedersaksisch.”
Mooijweer denkt dat de overheid zich behoorlijk in de vingers heeft gesneden met de volledige erkenning van het Fries enkele jaren geleden. Hij verwacht dat het ze is tegengevallen hoe veel geregel het is en wat de kosten zijn. Het Rijk heeft nu in ieder geval in het convenant opgenomen dat ze “geen bureaucratisch gedoe en geen nieuwe wet- en regelgeving” willen. “Er is dus een enorme disbalans tussen de erkende streektalen waar we nog veel aan moeten doen. Dit is in ieder geval zeker niet een eindstation.”
Het nieuws wordt verdraaid
Volgens Germs wordt het nieuws overigens wel een beetje verdraaid. De NOS kopt namelijk dat het Nedersaksisch eindelijk erkend wordt, maar de taal werd 20 jaar geleden al erkend. Dit gebeurde destijds echter onder hoofdstuk 2 van het Europese handvest voor talen. Het Fries staat bij de EU net een stapje hoger, op hoofdstuk 3. Dit maakt net het verschil dat Fries wel in bestuur of rechtspraak gebruikt mag worden en het Nedersaksisch niet.
Er zijn in het verleden diverse lobby’s geweest om het Nedersaksisch via de EU als minderheidstaal een erkenning te laten krijgen op niveau 3, dat is nooit gelukt. “Het is onterecht”, vindt Maij, die zelf woonachtig is in Twente. “We moeten het er vooral niet bij laten zitten, want we willen dat onze taal nóg meer erkenning krijgt!” “Het Nedersaksisch zit na tekening van het convenant ergens tussen hoofdstuk 2 en 3 in”, vertelt Germs. “Dit betekent dus niet dat er hele grote veranderingen zullen komen.”
De symbolische ondertekening van het convenant op een landkaart.
We zijn zelf aan zet
“Dit convenant is slechts een verzameling handtekeningen,” stelt Germs. “Streektaalinstellingen moeten er met overkoepelende organisaties voor gaan zorgen dat er ook echt iets gaat gebeuren. Het is fijn dat er nu een officiële constatering is, maar we zijn zelf aan zet.” “Het is wel even afwachten hoe er handen en voeten gegeven gaan worden aan dit convenant,” vertelt ook de heer Mooijweer. “Het is een raamwerk waarin geopereerd kan worden en dus maatregelen genomen kunnen worden om deze streektaal te bevorderen.”
“Mensen moeten zien dat hun taal gewaardeerd wordt.”
“Er zijn in het convenant veel restricties afgekondigd door het Rijk,” vertelt Mooijweer. “Toch is er best veel mogelijk, en dát moeten we oppakken. Uit studies is gebleken dat meertalig zijn veel voordelen oplevert. Wees daarom trots op de taal en geef het door aan volgende generaties! Het belangrijkste is dat we mensen in de praktijk laten zien dat de taal gewaardeerd wordt. Mensen moeten het idee krijgen dat de taal die ze spreken niet raar is. De identiteit van een streek kan simpelweg beter worden weergegeven door een streektaal.”
De Secretaris-Generaal spreekt de zaal toe.
Schurink vindt het mooi dat er zoveel enthousiasme is: “zo riepen conducteurs vandaag in het Nedersaksisch om waar de haltes waren.” Mooijweer sluit zich daarbij aan. “Als er in de praktijk meer met de taal gedaan wordt, wordt iedereen ermee geconfronteerd. Zo voelt het vertrouwd en hebben mensen door dat we hier in een tweetalig gebied zitten.” Wat Mooijweer betreft mogen ook plaatsnaamborden in het Nedersaksisch, zo is het meteen duidelijk dat we hier ook nog een andere taal spreken. We moeten het niet verstoppen, maar juist duidelijker maken!”
Bekijk ons complete videoverslag van de ondertekening van het convenant:
https://www.youtube.com/watch?v=W52zEwN32yE&feature
Heeft u vragen over dit artikel? Neem contact op met de redacteur, Martijn Driessen.
Geef een reactie