Vluchtelingen afkomstig uit Syrië krijgen vaak een (voorlopige) verblijfsvergunning in Nederland. Gevluchte Syriërs nemen namelijk een bijzondere plaats in. Oorlog en dictatuur in Syrië zorgen ervoor dat de veiligheid van de inwoners niet altijd gegarandeerd kan worden. Opvallend is echter dat de integratie van deze groep vluchtelingen moeizaam verloopt.
Uit cijfers die door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) zijn vrijgegeven blijkt dat 80% van de Syrische statushouders (Syriërs met een verblijfsvergunning) op dit moment een taalcursus volgt. Nog maar een tiende heeft inmiddels voldaan aan de inburgeringsplicht. Syriërs geven zichzelf een onvoldoende (4,6) voor hun beheersing van de Nederlandse taal.
“We beginnen hier in Nederland van voor af aan”, aldus Salwa Zaher, een uit Syrië gevluchte journalist. Zij associeert zichzelf met een onbeschreven blad.
Syriërs bevinden zich vanwege hun gebrekkige Nederlands in een ongunstige positie op de arbeidsmarkt. Het grootste deel van de Syriërs is dan ook nog niet actief op die Nederlandse arbeidsmarkt. Toch is het hebben van een baan van essentieel belang, aangezien dit bijdraagt aan het integreren. De Sociaal-Economische Raad (SER), een advies orgaan van de regering, heeft aanbevelingen gedaan om dit maatschappelijke en sociaal-economische vraagstuk aan te pakken. Het SER-rapport signaleert dat de aanpak om statushouders aan werk te helpen is verbeterd, maar dat er nog altijd sprake is van een versnipperd beeld.
“De regionale en lokale verschillen zijn groot, de initiatieven om vluchtelingen aan werk te helpen zijn kleinschalig en vaak is de continuïteit van initiatieven onzeker, vanwege tijdelijke of onvoldoende financiering”, aldus een woordvoeder van de SER.
Volgens de SER zou een structureel beleid van gemeenten, in plaats van een tijdelijk beleid waarin er alleen wordt gefocust op de inburgeringscursus, ervoor moeten zorgen dat er direct ondersteuning komt richting werk en onderwijs. De combinatie van taal, werk en onderwijs zal dan leiden tot een efficiëntere participatie. Er moeten volgens de SER banen aangeboden worden, niet pas nadat de inburgeringscursus is afgerond, maar tegelijkertijd met het leren van de taal. Daarnaast is er continuïteit nodig in de ondersteuning van deze combinatie. Zo kunnen werkgevers en vluchtelingen elkaar beter vinden en kan stagnatie op een later moment worden voorkomen.
“Ik werk hard aan mijn toekomst hier in Nederland. De beheersing van de Nederlandse taal zou mij zo veel meer vrijheid geven.” – Salwa Zaher.
Geef een reactie