“Het uitzoomen mis ik een beetje” Roep om hervorming jeugdzorg groeit, maar hoe ziet hervorming eruit? 

“Als jij mij vraagt waar in het systeem het helemaal goed gaat, denk ik dat het nergens in het systeem helemaal goed gaat”, aldus ervaringsdeskundige Benito Walker. Het is goed mis binnen de gesloten jeugdzorginstellingen en de roep om hervorming groeit. Dat is ook hoe het rapport van stichting Het Vergeten Kind de sfeer binnen de gesloten jeugdzorg omschrijft. Jongeren worden op hun achttiende verjaardag uit hun instelling geplaatst, zonder dat ze daar klaar voor zijn. Ook blijkt uit onderzoek van het radioprogramma  Argos dat Nederland niet voldoet aan Europese richtlijnen als het gaat om het terugplaatsen van kinderen bij hun ouders.

Wat is het probleem? 

Benito Walker is zelf van jongs af aan bij een pleegmoeder terecht gekomen. Zijn biologische moeder zou een verslaafde zijn en niet in staat zijn om hem te verzorgen, vertelt hij in een artikel van Noordhollands Dagblad. Bij zijn pleegouders bleek echter dat hij niet de aandacht kreeg die hij nodig had. Volgens hem was “alles wat ik deed negatief, nooit was het goed genoeg”. Later spande Walker een tuchtzaak aan tegen zijn pleegmoeder, waarin de rechter zijn aanklacht gegrond achtte.  

Tegenwoordig is Benito zeer politiek actief. Zo is hij nu lid van de Commissie Hamer bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid, adviseur en spreker bij The Walking Consultant en lid bij de Stuurgroep Verbinding Jeugd van de NRO. In het eerder genoemde artikel laat hij blijken dat zijn jeugd zijn drijfveer is, als het gaat om hervorming van de jeugdzorg. “De aandacht van de jeugdzorg ligt heel erg op geld. Dat is niet gek, want het hele systeem draait op de financiering daarvan. Ik denk dat daar het kernpunt ligt: Dat we teveel kijken naar efficiency en te weinig naar wat een individu eigenlijk nodig heeft”, zegt Walker. 

Walker vraagt zich dus af hoe dit kan worden opgelost. “Hoe zorgen we ervoor dat we systematisch meer maatwerk kunnen leveren? Omdat we daar eigenlijk het gesprek te weinig over voeren, zie je wel dat we telkens aan het hervormen zijn, maar ook dat die hervormingen voornamelijk door crises wordt ingegeven.” Ook wil hij zien dat jongeren zo lang mogelijk de hulp krijgen die zo nodig zijn, ook al worden ze achttien. Ze moeten op hun eigen benen kunnen staan. 

Hoe het is ontstaan 

Om een probleem aan te pakken, moet je eerst de kern van het probleem vinden. In het proefschrift ‘Boemerangbeleid: Over aanhoudende tragiek in passend onderwijs- en jeugdzorgbeleid’, schrijft Sharon Stellaard over de opkomst van de jeugdzorg zoals we het nu kennen, en hoe het al ruim een eeuw tegen dezelfde problemen aanloopt. “De term die ik introduceerde was chronologisch beleidsbesef. Vooral het besef van: wat hebben we in het verleden al gedaan, hoe heeft dat uitgepakt en wat kunnen we daar in het heden van leren? Als je dat niet doet, is het risico groot dat we met elkaar in zulke denkpatronen gevangen zitten, dat we onze volgende fouten al aan het creëren zijn.” In andere woorden: “De jeugdzorg die er nu is, is het product van ons denken”, zegt Stellaard. 

“Wat ik eigenlijk wil bereiken is dat er meer hypotheses worden geformuleerd dan wat we nu doen. Nu is de hypothese vooral: wat heeft dit kind nodig en wat kunnen we voor dit kind organiseren? Het hele gesprek is vooral op individueel niveau.” Volgens Stellaard wordt er dus te weinig naar alternatieve mogelijkheden gekeken. Wanneer Benito Walker ter sprake komt zegt ze: “in dit specifieke geval wordt er te veel gekeken naar wat het kind nodig heeft, en te weinig naar het geheel. In het onderwijs wordt er wel heel veel ingezoomd op het individu, waardoor we in het geheel niet zien wat er nou echt gebeurt. Het uitzoomen mis ik een beetje.” 

Als het om oplossingen gaat, is meer geld daar niet één van. “We hebben meer geld dan ooit gekregen, en nu zijn de problemen groter dan ooit.” Volgens Sharon zijn het “intermenselijke relaties die werken.” Vragen als ‘kan ik jou vertrouwen, luister je naar mij en heb je geen oordeel over mij’, zijn belangrijk voor dit soort relaties. “Je hoort heel veel dat kinderen zeggen van: Het was die ene docent die mij echt zag, die echt luisterde en die wist waar mijn talenten lagen. Het was die ene professional die, al zat ik in de put, niet het vertrouwen in mij verloor. Het was die hulpverlener, die tegen beter weten in, toch elke keer weer op kwam dagen.” Sharon denkt dan ook dat er nog veel te leren valt. “Ik denk dat wij mensen nog veel van wat we voor elkaar kunnen betekenen, niet eens zo goed begrijpen.” Benito sluit hier goed op aan: “In de jeugdzorg gaat het om jonge, kwetsbare kinderen. Die hebben geen diagnose nodig, maar liefde, hulp en aandacht.” 

Mijn naam is Michiel. Je zult mij veel zien schrijven over (internationale) politiek, economie, geschiedenis en nog veel meer.
Ik vind een publiek dat geïnformeerd is over de wereld om hun heen belangrijk, dus wil ik mij inzetten om daaraan bij te dragen.

Geef een reactie

Your email address will not be published.