Hannah Arendt en de Amerikaanse politieagenten die niet zelf denken
Het is een druilerige zondagochtend. Al bladerend door de weekendeditie van een kwaliteitskrant neem ik een flinke slok koffie. Het ene na het andere artikel over politiegeweld in Amerika vliegt mij om de oren. Columnisten zijn verbolgen over hoe je als agent zoiets kan doen en de demonstranten schreeuwen moord en brand. Al grabbelend in de binnenzak van mijn tweedjasje op zoek naar mijn notitieblok werp ik mijn blik op de boekenkast. Mijn blik is gegrepen door een zeer specifiek boek. Al kijkend naar dit boek krabbel ik op papier: Politiegeweld en banaliteit? Nu, 57 jaar later vraag ik mij af of Hannah Arendt met haar boek gelijk heeft. Is het kwaad banaal?
Waarschijnlijk is bij jou in het hoofd een groot vraagteken ontstaan. Wie is Hannah Arendt, over welk boek heeft hij het en wat is banaliteit? Na de Tweede Wereldoorlog en het ontstaan van de Joodse staat Israël gaat de Israëlische geheime dienst, de Mossad, op jacht naar gevluchte Nazi’s. In 1960 hebben ze de jackpot: Adolf Eichmann is opgespoord in Argentinië. Hij wordt beschouwd als de grote machinist op de stoomtrein van de Holocaust. De Mossad smokkelt in het diepste geheim deze supernazi het land uit en sleept hem voor het Israëlische gerecht. Hannah Arendt is als Joods-Duitse intellectueel aanwezig bij het proces als verslaggever voor The New Yorker. In 1963 brengt zij het boek uit over haar bevindingen genaamd ‘Eichmann in Jeruzalem: de banaliteit van het kwaad.’
”Nu, 57 jaar later vraag ik mij af of Hannah Arendt met haar boek gelijk heeft. Is het kwaad banaal?”
De persoon Eichmann laat een diepe indruk achter bij Hannah Arendt. Het is niet een indruk door absoluut kwaad, maar eentje van een oppervlakkige man. In Jeruzalem vindt zij een man die zich helemaal heeft aangepast aan een banale samenleving. Banaal omdat deze nazistische samenleving alle morele wetten op z’n kop heeft gezet en niemand hier iets over durft te zeggen. De zonde van doden wordt een deugd: je moet doden. Ondanks deze moreelverwerpelijke verandering in de samenleving blijft bijna iedereen stil. Zo ook Eichmann, die enkel als doel heeft om hogerop de bureaucratische ladder te komen staan.
Eichmann zegt tijdens het proces dat hij slechts bevelen opvolgt en zelfs verafschuwing voelt voor Himmlers doodsmachine. Toch stuurt hij duizenden Joden naar de kampen. Arendt constateert gedachteloosheid bij Eichmann. Hij is niet een gevoelloos en onverschillig beest, maar iemand die weigert zelf na te denken. Hier zie ik parallellen met het politiegeweld in de Verenigde Staten. Agenten die inslaan op vreedzame demonstranten en pepperspray gebruiken alsof het luchtverfrisser is. Er is een enkele agent die zich afvraagt: ‘’waar zijn wij in godsnaam mee bezig?’’ Helaas blijven de meeste agenten akelig stil.
”Arendt constateert gedachteloosheid bij Eichmann. Hij is niet een gevoelloos en onverschillig beest, maar iemand die weigert zelf na te denken.”
Dit is precies de banaliteit waar Arendt op duidt. Als ik door haar ogen kijk zie ik in de Verenigde Staten een politiedienst die niet meer voor zichzelf denkt. Ze zijn tot de tanden bewapend en staan klaar voor ‘’law and order’’, maar zichzelf afvragen of ze juist handelen? Ho maar! ‘’Shoot first, don’t ask questions’’ is het credo. In het geval van George Floyd hebben de betrokken agenten zich waarschijnlijk nooit afgevraagd of zij kunnen leven met de dood van een medemens.
”Ze zijn tot de tanden bewapend en staan klaar voor ‘’law and order’’, maar zichzelf afvragen of ze juist handelen? Ho maar! ‘’Shoot first, don’t ask questions’’ is het credo.”
De handelingen van de Amerikaanse agenten die onschuldige donkere Amerikanen het leven kost komen misschien niet door een bewust kwaad, maar door een kwaadaardigheid die voortkomt uit het weigeren om zelf te denken. Juist bij dit denken ligt volgens Arendt de sleutel tot oordelen en handelen. Daarom is het zo belangrijk om Arendts gedachtegoed in leven te houden. Louter een zeldzame moed en nadenkendheid kan weerstand bieden tegen de banaliteit volgens Arendt.
”Louter een zeldzame moed en nadenkendheid kan weerstand bieden tegen de banaliteit volgens Arendt.”
Wanneer de Amerikaanse agenten zichzelf beginnen af te vragen of zij na het neerknuppelen van vreedzame demonstranten met zichzelf kunnen leven komt er pas verandering tot stand. Tenzij alle Amerikaanse politieagenten een cursus kritisch nadenken gaan volgen kunnen de Amerikaanse burgers beter gewend blijven aan een agressieve, schietgrage en niet nadenkende agent.
Daan is een twintigjarige journalist die altijd Ivy gekleed gaat. Hij is geïnteresseerd in verhalen die raakvlakken hebben met geschiedenis, sociaal en maatschappelijke thema’s en de roeisport.