Politie: Vriend of vijand?
De wereld staat stil, maar komt weer in beweging. Duizenden mensen gaan de straat op om te demonstreren tegen racisme. Een van de aanleidingen voor de protesten is het politiegeweld van Amerikaanse politieambtenaren tegen de zwarte bevolking. Maar hoe is de situatie rondom politiegeweld in Nederland? Hoe is het om in aanraking te komen met de politie? En is het werk voor een agent altijd even makkelijk?
Iedere agent is anders.
In een appartementencomplex in Nijverdal woont Simon (zijn echte naam is bekend bij de redactie). Wanneer ik bij hem aanbel laat hij me weten dat ik gewoon door kan lopen. “Wel even aankloppen als je er bent.” Eenmaal binnen vraagt hij of ik een biertje wil. Alles is netjes opgeruimd, behalve de tafel in de woonkamer en de banken eromheen. Pakjes shag, hier en daar een topje wiet, longvloei en tip. ‘The basics.’
Simon is niet altijd op het rechte pad gebleven. Ooit was hij drugsdealer. Hij komt uit Overijssel, is bekend in zijn regio en blijft om die reden liever anoniem. Hij weet hoe het is om als getinte jongen aangehouden te worden: “Het verschilt per politieagent. Kijk, de meeste agenten begrijpen de situatie wel, die hebben echt wel inlevingsvermogen en gaan eerst met je in gesprek. Maar er zijn ook politieagenten die gelijk beginnen te schreeuwen. Die zijn aan het ‘streepjesjagen’.”
De straat.
Streepjesjagers, op straat bekend als agenten die vooral bezig zijn met het halen van quota. Veelal agenten die hardhandig te werk gaan en die niets geven om de situatie. Zoveel mogelijk arrestaties verrichten en carrière maken. Simon beschuldigt dit soort agenten ervan dat er in het straatleven een haat leeft tegenover ‘blauw’. En als je op straat hangt is meneer agent niet altijd je beste vriend, weet hij uit eigen ervaring: “Als je zegt dat je handboeien te strak zitten en de politie zegt daar kunnen wij niks aan doen? Jullie doen toch die handboeien om? En als ik mijn kameraad op de grond zie, die verzet zich en je ziet een knie recht richting zijn gezicht gaan. Als iemand al een hele tijd zegt, het gaat niet goed, het gaat niet goed, en jullie doen er niks aan. En die kerel gaat dood. Dan ben je voor mij verkeerd bezig.”
In het laatste voorbeeld doelt hij op de zaak van Mitch Henriquez, een man die in 2015 mogelijk aan de verwondingen die hij opliep tijdens een aanhouding overleed. Volgens Simon een van de redenen dat veel jongeren op straat niet veel moeten hebben van de arm van de wet. Maar de samenwerking kan ook soepel verlopen. “Als ze vragen, loop je met me mee? Dan loop ik met ze mee.”, hij begint te lachen.
Door de ogen van een agent.
Simon lijkt me een jongen die gewoon rustig meewerkt. Desondanks zijn af en toe wat onzekere houding geniet hij met zijn armen op de rugleuning van een versleten bank van alweer zijn tweede jointje. Niet alle aanhoudingen zijn zo simpel. Zelfs bij een rustige en professionele aanpak krijgt de politie vaak te maken met geweld. In gesprek met Politie Oost-Nederland werd mij verteld dat er meerdere meldingen per dag waren van spuug of bijtincidenten. Er is zelfs een afdeling opgezet om met deze gevallen om te gaan, de GTPA (Geweld Tegen Politie Ambtenaar). Zij fungeren als contactpunt voor ambtenaren die slachtoffer zijn geworden van geweld en begeleiden hen tot aan de rechtbank.
Ongeveer drie maanden voor de corona-crisis ging ik in gesprek met een agent uit noordoost Twente. Hij merkte wel dat er veel dingen aan het veranderen zijn. In het geluidsfragment hieronder vertelt hij zijn kant van het verhaal.
De naam van Simon is gefingeerd. Zijn volledige naam en gegevens zijn bekend bij de redactie. Ook de naam van de agent is achterwege gelaten om zijn identiteit te beschermen.