Een excuus om de deur uit te gaan
Half acht opstaan wordt langzaamaan kwart voor acht opstaan totdat het al acht uur is. Nog een kwartier en dan móét ik toch echt weg.
Een nadeel van de corona quarantaine is dat ik veel te laat ga slapen en dus ook veel te vaak superlaat wakker word. Maar vandaag kon dat niet. Ik had namelijk mijn moeder beloofd dat ik mijn zusje’s huiswerk zou ophalen van haar school. Het was puur een excuus om een keer het huis uit te komen en een stuk te fietsen.
Als ik naar buiten stap is het koud en zodra ik op de fiets stap, zijn mijn vingers al koud. Ik vind het niet erg. In tegendeel, ik vind het geweldig. Het is 9 dagen geleden sinds ik voor het laatst echt buiten ben geweest en nu ik op de fiets zit en langs de grachten kom, kan ik niet anders dan glimlachen.
“Goedemorgen,” zeg ik tegen een oudere vrouw als ik langs het bejaardentehuis kom en ze zwaait terug naar me. Ik kan zien dat het contact haar goed doet en dat maakt me blij. Ik fiets verder, over de brug en langs de middelbare school. Het zou daar nu al druk moeten zijn, maar er staat helemaal niemand op het schoolplein.
De hele wereld voelt als een soort dystopische film. Het is stil, af en toe kom je iemand tegen, maar ze lijken nerveus, soms zelfs bang.
Als ik op school kom, staan er mensen in de rij te wachten voordat ze naar binnen mogen. Netjes met anderhalve meter afstand van elkaar. Ik sluit aan.
Zodra ik binnen ben, is de sfeer somber. Er zijn twee docenten aanwezig, die op elk tafeltje netjes huiswerk hebben neergelegd. Ze komen niet bij me in de buurt. Niemand doet dat. Ik pak het huiswerk van de tafel en de juf begint tegen me te praten.
“Ja, het is raar zo, hè?” vraagt ze zacht en ik hoor de emotie in haar stem. Ik knik.
“Ja, het is heel raar. Net alsof het niet echt is.” Antwoord ik. De tranen springen me in de ogen. Ik weet niet waarom, maar dit doet me heel veel. Het maakt me bang, dat één virus zoiets kan doen met de wereld. Maar ik onderdruk de emoties weer. Het komt goed. Dat is wat iedereen blijft zeggen. Van mijn moeder tot Mark Rutte. Het komt goed.
Ik loop weer naar buiten, huiswerk in m’n hand en ik stap weer op de fiets.
Even een ommetje maken, nu. Dat heb ik wel nodig.