Je hoeft echt niet te juichen als Donyell of Quincy scoort, maar gedraag je
Rivaliteit in de voetballerij is niets nieuws onder de zon. Supportersgroepen versus supportersgroepen, die elkaar op onder andere social media de les proberen te lezen. Allemaal prima, logisch. Maar het gedrag jegens spelers van rivaliserende clubs rijst zo nu en dan op belachelijke wijze de pan uit.
Een aantal weken terug stond de eerste topper van het seizoen op het programma: PSV – Ajax. Beide ploegen versloegen in de week ervoor met uitstekend voetbal hun Europese opponent en waren klaar voor de topper. Toen de spelers van Ajax arriveerden bij het Philips-stadion stonden de PSV-supporters hard joelend bij de uitgang van de imposante spelersbus. Dat is niets nieuws, maar de teksten die de supportersgroepen ten gehore brengen, gingen van onschuldig (Donny op de bank, refererend aan de net van een blessure teruggekeerde Donny van de Beek), tot spreekkoren die de spelers van de rivaal uitschelden met enge ziektes en verwensingen, die buitengewoon onsportief zijn.
Het is dan ook bijzonder prettig wanneer er een interlandperiode voor de deur staat. De beste spelers van Nederlandse bodem, samen op een veld, supporters zij aan zij hun equipe naar voren schreeuwend, om die ene belangrijke goal te maken, die ze naar het EK van 2020 moet leiden. Na twee wedstrijden en een weekend is het weer tijd voor de eredivisie. Scheldende en ruziënde supportersgroepen hebben het weer met elkaar aan de stok, en de romantiek van de eredivisie is weer teruggekeerd na de interlands. Heerlijk. Maar houd op met de ernstige verwensingen naar elkaar toe. Zelfs een Ajax-supporter juicht wanneer Donyell Malen scoort in zijn debuut tegen de Duitsers. Op naar het EK.