ANALYSE: Jansen brengt stabiliteit in elftal, nu de supporters nog naar het stadion
Wie zegt dat sc Heerenveen vorig seizoen een goed seizoen heeft gespeeld, heeft met andere ogen naar de eredivisie zitten kijken, dan de gemiddelde voetballiefhebber. Het elftal van Jan Olde Riekerink bleek een zinkend schip met uitstekende kanonnen. Met andere woorden: het scoorde wel veel, maar kreeg minstens zoveel doelpunten tegen. Toen topschutters Sam Lammers (gehuurd van PSV) en Michel Vlap (transfer naar Anderlecht) vertrokken, leek Heerenveen in het nieuwe seizoen een anonieme rol in de eredivisie te gaan spelen. Tot nu toe, is niets minder waar: Heerenveen speelt aantrekkelijk voetbal, staat verdedigend goed en weet langzamerhand weer een positieve sfeer in het Abe Lenstra stadion te krijgen. En dat is de verdienste van trainer Johnny Jansen.
Oke, de credits behoeven ook deels naar technisch manager Gerry Hamstra te gaan. Het enige verwijt dat je richting hem kunt maken, is dat hij geen échte topschutter heeft weten aan te trekken. Hij huurde Jens Odgaard van Sassuolo, maar liet na een tweede spits te halen. Dat terwijl naast het duo Lammers en Vlap (vorig seizoen liefkozend ‘Vlammers’ genoemd), ook Jizz Hornkamp en Dennis Johnsen (gehuurd van Ajax, maar een optie tot koop) mochten vertrekken.
Tot nu toe wordt het vertrouwen dat sc Heerenveen gaf aan Sherel Floranus, Lucas Woudenberg, Ibrahim Dresevic en Sven Botman dubbel en dwars terugbetaald. Floranus en Woudenberg lijken hun plek in de defensie eindelijk te hebben gevonden, na een onzekere start in Fryslân. Floranus had na vijf speelronden zelfs de meeste onderscheppingen op zijn naam staan in de eredivisie (13). Woudenberg maakt op zijn beurt ook een zekere indruk op de linksbackpositie. Hij stoomt steeds vaker op langs de linkerflank en vult soms de positie linksbuiten in, wanneer Chidera Ejuke naar binnen trekt.
Toch is het niet de laatste linie die ervoor zorgt dat Heerenveen na 9 speelronden een van de teams met de minste tegendoelpunten is. Heerenveen bezit daarin de vierde plaats, achter AZ, Ajax en PSV. Grote spil in het elftal zijn Rodney Kongolo, die vorig seizoen van Manchester City overkwam, en aangetrokken middenvelders Hicham Faik en Joey Veerman. Kongolo en Faik spelen samen voor de verdediging, wat zorgt voor stabiliteit in het elftal. Kongolo loopt de gaten en de ruimtes dicht en zet fel druk wanneer de aanvallende middenvelders van de tegenstander in voor Heerenveen gevaarlijke posities aan de bal komen. Steeds vaker weet Kongolo ook de weg naar voren te vinden, door met zijn grote, sterke lijf en met enorme passen het middenveld over te steken.
Faik zet de lijnen op het middenveld uit, verdeelt het spel en zorgt er samen met Kongolo voor dat Veerman meer vanuit zijn kracht kan voetballen, namelijk in de aanvallende rol. Hij haalt wel eens de bal bij Dresevic of Botman op, maar wanneer hij de bal in een later stadium krijgt, net over de middellijn, is hij meer in staat om het middenveld te domineren. Dit deed hij ook tegen PEC Zwolle. Hij oogstte lovende kritieken over zijn optreden, en veel journalisten spraken hem na afloop in de catacomben aan op zijn spel. Hij straalde rust, zekerheid en een zekere mate van nonchalance, bijna arrogantie uit. De vergelijking met Frenkie de Jong is niet misplaatst, al is De Jong nog wel een aantal klassen hoger. Veerman draait echter met hetzelfde gemak weg, speelt met hetzelfde bravoure. Het is opmerkelijk dat Veerman nú pas bij een club als Heerenveen speelt.
In de aanval zorgen Mitchell van Bergen en Chidera ‘Chiddi’ Ejuke voor iets extra’s op het veld. Het hun snelheid, dreiging en flair weten ze tegenstanders horendol te draaien en gevaarlijk te worden in het strafschopgebied. Kanttekening bij deze acties is dat ze na 9 speelronden weinig rendement hebben, al loodste Ejuke Heerenveen wel met 2 doelpunten langs het doorgaans stugge VVV Venlo.
Temidden van de twee rappe vleugelaanvallers staat Jens Odgaard. Een trage, lange spits, gehuurd van Sassuolo die eerder voor Internazionale Milaan speelde. De blonde jongen oogt geregeld ongeïnteresseerd, maar prik door zijn lichaamshouding heen en men ziet de spits hard werken en sleuren tussen vaak sterke centrale verdedigers. Hij miste voor Heerenveen al twee penalty’s, maar scoorde knap tegen VVV en Ajax. Ook is het een ‘kapstokspits’. Een nuttige speler die in de voorhoede zorgt voor rust aan de bal. Het is voor hem te hopen dat hij het nog op z’n heupen krijgt, want anders kan hij dit seizoen, ondanks zijn harde werk, als verloren worden beschouwd.
Johnny Jansen
De 44-jarige Johnny Jansen werkte in totaal al zo’n twintig jaar bij sc Heerenveen. Toen Olde Riekerink eind vorig seizoen zijn biezen mocht pakken, mocht Jansen de laatste vijf wedstrijden plaatsnemen op de trainersstoel als interim-hoofdtrainer. De roep om Jansen tot hoofdtrainer te kronen groeide bij de achterban en in juli werd Jansen inderdaad benoemd tot hoofdcoach. Volgens sommigen omdat het een goedkope oplossing was met het oog op de financiële situatie van de club. Dit is echter nooit bevestigd door de club.
Jansen straalt uit dat hij graag wil dat alle 27.244 stoeltjes weer bezet raken in het stadion, sponsoren de skybox weer vullen en sc Heerenveen weer resultaten behaalt. Het liefst doet hij dat met veel doelpunten voor en mooi voetbal, maar, zo bleek na de thuiswedstrijd tegen PEC Zwolle, is hij ook niet vies van een winstpartij met een magere 1-0. Heerenveen had wel veel de bal, maar creëerde niet al te veel kansen.
Jansen heeft de basis inmiddels aardig op orde, maar hij kan spelers als Alen Halilovic, Jordy Bruijn, Ricardo van Rhijn, Anders Dreyer en Nemanja Mihajlovic niet alleen met invalbeurten tevreden houden. Anderzijds is het de vraag of Ricardo van Rhijn op dit moment daadwerkelijk beter is dan Floranus.
Na de interlandperiode speelt sc Heerenveen een uitduel in Den Haag, tegen AZ Alkmaar. Dit is de eerste echte test voor Heerenveen. Achteraf gezien mogen we de 1-1 tegen Feyenoord niet echt een wedstrijd van het kaliber AZ noemen. Wanneer Heerenveen een goed resultaat tegen AZ weet te behalen mag het voorzichtig uitspreken om serieus deel te nemen aan de play-offs om Europees voetbal.