“De wachttijden blijven voorlopig en worden niet korter, ondanks de verwoede pogingen en beloftes om er alles aan te doen om de al jaren te lange wachttijden op te lossen.” Dit is de verontrustende boodschap van de voorzitter van ggz-Nederland, Ruth Peetom. Ze uit deze noodkreet op 9 november op de website van de vereniging van ggz organisaties. De wachttijden in de ggz zijn de afgelopen jaren flink gestegen. Hierdoor is het risico ontstaan dat niet alle cliënten op tijd passende zorg kunnen krijgen. Het grote tekort aan zorgpersoneel en de stijgende vraag naar hulp zorgen voor deze grote problemen. De situatie verslechterd sterk, ook in de regio Flevoland.
“Als we specifiek kijken naar Flevoland komt het echt door een tekort aan personeel. Te weinig capaciteit om iedereen te kunnen helpen,” vertelde Frits Liefferink, directeur ggz-centraal regio Flevoland, bij Dit is Flevoland op 29 juli. De landelijk ingestelde aanvaardbare wachttijd voor mentale hulp is 14 weken, maar in Flevoland kunnen de wachttijden oplopen tot wel 23 weken. Ook de sterk gestegen vraag naar hulp, een toename van wel 15 procent, is volgens Liefferink een oorzaak van de oplopende wachttijden in deze regio.
In Flevoland is er onder leiding van Liefferink een Taskforce opgezet, bestaande uit alle huisartsen en alle grote ggz-aanbieders uit de regio. Zij hebben het gezamenlijke doel om de wachttijden te verkorten. Met resultaat. De gemiddelde wachttijden in Flevoland zijn gedaald van 23 weken naar 18 tot 20 weken. Het voldoet nog steeds niet aan de landelijke norm van 14 weken, maar het is een begin zegt de taskforce. Dit is volgens hen gelukt door praktische zaken aan te passen. “Het onderling doorverwijzen moet makkelijker worden, huisartsen moeten cliënten direct bij de juiste plek aanmelden en de cliënt moet aangemeld worden bij de ggz-aanbieder met de kortste wachttijden,” legt Liefferink uit bij Dit is Flevoland.
De invloeden van de wachtlijsten
Iemand die direct te maken heeft gehad met de problemen binnen de ggz is Jazz Pieters (22). “Een gegeven moment heb ik het opgegeven om 113 te bellen, omdat er gewoon geen hulp kwam.” Nu, na jaren van wachten en verschillende therapieën uitgeprobeerd te hebben, komt Jazz, met hulp van De Wachtverzachter, eindelijk weer aan leven toe. De Wachtverzachter is een organisatie die zich in Flevoland inzet voor mensen die op de wachtlijst staan, in behandeling zijn bij ggz, of uitbehandeld zijn. “Het is veel persoonlijkere hulp. Ze zijn er als je even wilt praten, maar ook om samen leuke dingen te gaan doen,” vertelt Jazz over haar ervaringen met de organisatie. “Nee helaas, de overheid doet echt niet genoeg aan de mentale gezondheid van Nederlanders. De wachttijden zijn veel te lang, en de overheid doet niks. Op de wachtlijst staan kan een hopeloos gevoel veroorzaken, soms komt de hulp te laat…”
Ook Brenda Zwagerman, jeugdtherapeut bij Therapeutisch Centrum in Lelystad, merkt de gevolgen van de lange wachttijden. “Ik moet me blijven focussen op degene tegenover me in mijn spreekkamer. Ik kan niet bezig zijn met de mensen die wachten op mijn hulp, dat is niet eerlijk tegenover mijn cliënt.”
Ga het gesprek aan
Uit onderzoek van het CBS bleek dat 1 op de 4 jongeren aangeeft last te hebben van mentale klachten. Zowel Jazz als Zwagerman zetten zich in voor het verbeteren van die mentale gezondheid. Zo begeleidt Jazz jongeren als ervaringsdeskundige en heeft ze meegedaan aan de actie Last Man Standing op zaterdag 30 oktober. Met deze terugkerende actie willen jongeren aandacht vragen voor de verslechterde mentale gezondheid. Op deze zaterdag ging Jazz het gesprek aan met ouders van jongeren met mentale klachten en sprak ze met de burgemeester van Dronten.
Zwagerman probeert in haar werk jongeren goed te begeleiden en ze te helpen een stapje in de goede richting te zetten. De oplossing voor de lange wachttijden ligt volgens Zwagerman in de preventieve zorg: “Er moet meer gebeuren vóór het moment dat de jongere aanbelt bij de ggz, en in de tijd dat de jongere op de wachtlijst staat. Normaliseer het praten over mentale gezondheid en het even niet zo lekker voelen. Behandel mentale gezondheid in de klas en ga het gesprek aan.”
Wel hebben Zwagerman en Jazz een positieve kijk op de toekomst. Zo schetst Jazz het volgende beeld: “Ik geloof er echt in dat er in de toekomst van de ggz en de mentale gezondheid van Nederlanders veel, in positieve zin, gaat veranderen. Maar er moet nog veel gebeuren. Mijn boodschap aan de ggz is; ga het gesprek aan. Praat met jongeren en luister.”