“Is het onderzoek naar ritueel misbruik wel onafhankelijk genoeg?”

Kersvers minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz-Zegerius wordt door voorganger Ferd Grapperhaus achtergelaten met een aantal grote dossiers. “Het waren vier, laat ik zeggen, intensieve jaren, waarin het nodige is gebeurd, maar ook is gedaan”, zegt Grapperhaus. Een van de grote dossiers die Grapperhaus aan Yeşilgöz-Zegerius overlaat, is het onderzoek naar satanisch/sadistisch ritueel misbruik (SRM) en de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ).  

Dit dossier begon in juni 2020 toen onderzoeksjournalistiek radioprogramma Argos de reportage “Glasscherven en duistere rituelen” maakte. Hierin werden door onderzoeksjournalisten Sanne Terlingen en Huub Jaspers schokkende verhalen naar buiten gebracht over zogenaamd ritueel misbruik. Verhalen over misbruik door mensen in paarse en zwarte gewaden en misbruik terwijl het slachtoffer aan een ondersteboven kruis hing. Niet alleen de zogenoemde duistere rituelen, die door sommige als satanisch bestempeld worden, maar ook fysiek misbruik was een onderdeel van de reportage. Zo werden er meerdere slachtoffers, die zichzelf soms overlevenden noemen, gevonden die aangaven glas in hun vagina/baarmoeder gehad te hebben. Ook zei 78% van de slachtoffers dat ze zwanger waren geweest door dit misbruik. Sommigen van die baby’s werden vermoord, maar sommigen werden als zogenoemde ‘niemandskinderen’ binnen het “netwerk” behouden, claimden de slachtoffers. Het is een heftig verhaal dat aardig wat cognitieve dissonantie oproept bij mensen.  

Naar aanleiding van deze schokkende uitzending van Argos werd er op 5 oktober 2020 door kamerleden van den Berge (GroenLinks), van Nispen (SP) en Kuiken (PvdA) een motie ingediend. In de motie wordt opgeroepen tot een onafhankelijk onderzoek naar georganiseerd sadistisch misbruik van kinderen. De motie wordt unaniem aangenomen, ondanks dat de op dat moment nog zittende minister Grapperhaus de motie afraadt. Hij zou het onderzoek niet nodig vinden, omdat er niet genoeg aanleiding is tot een onderzoek en er ook weinig aangiftes gedaan worden. Kamerlid Van den Berge zei dat de overlevenden in gesprek met hem en zijn collega’s vaak aangaven geen aangifte te doen. Omdat er vaak onder de slachtoffers weinig vertrouwen is in politie en justitie. Hier zijn meerdere redenen voor. 

Een van de redenen die genoemd wordt is de zogenoemde Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken (LEBZ) die in 1999 werd opgericht. Tot een aantal jaar geleden werden alle zaken die bij de politie terecht kwamen en ook maar een schrijntje wat weg hadden van ritueel misbruik, direct doorgestuurd naar het LEBZ. Nu hoeft het niet meer, maar gebeurt het nog wel veel, omdat deze soort zedenzaken vaak te heftig zijn voor normale politiekorpsen. Maar binnen het LEBZ wordt het bestaan van ritueel misbruik ontkend. Ze beroepen zich op het feit dat ritueel misbruik tot nu toe nog nooit strafrechtelijk bewezen is en dat er bijna geen geloofwaardige aangiftes liggen. Wat door de slachtoffers weer als reden gezien wordt om geen aangifte te doen. Bovendien is volgens de LEBZ hun taak niet om onderzoek te doen. Zij zeggen echter dat hun voornamelijk doel is om valse aangiftes te filteren. Het lijkt dus een soort vicieuze cirkel te zijn. Ook vinden slachtoffers dat eventuele daders in bescherming worden genomen door het LEBZ. Zij vinden dat juist zij in bescherming genomen zouden moeten worden. Het LEBZ en Justitie nemen aangiftes niet serieus omdat er niet genoeg aangiftes zijn. Maar slachtoffers doen geen aangifte, omdat hun aangiftes niet serieus genomen worden. Dit punt doorziet van Nispen ook en gebruikt dit in een andere motie op 5 oktober. Deze motie roept op tot een onafhankelijk onderzoek naar het LEBZ. Bij Argos vertelt Van Nispen dat er serieuze vragen zijn over de rol en de taakomvatting, doelstellingen, werkwijzen en de resultaten van het LEBZ. Ook deze motie wordt op één onthouden stem na unaniem aangenomen.  

Een andere reden is dat op dit moment het onderzoek plaatsvindt door een aangewezen commissie door het ministerie van Justitie zelf. Ook heeft het ministerie alle mogelijkheden om de commissie te veranderen. Dit is een probleem, omdat er door meerdere slachtoffers wordt beweerd dat er binnen het ministerie van Justitie en Veiligheid ook schuldigen zijn. Zo ook Esther, een slachtoffer dat haar verhaal doet op de website lichtopsrm.com. Zij geeft in een interview bij Café Weltschmerz aan dat zij toen ze nog minderjarig was, ze onder andere op seksfeestjes gebruikt werd als chantagemiddel om belastend materiaal te creëren bij hooggeplaatste en invloedrijke mensen. Ook mensen die wij allemaal kennen uit onze landelijke politiek zijn volgens haar daar aanwezig geweest. In een brandbrief roept een groep van 20 GGZ-behandelaren en Stichting Lisa op tot een opheffing van de huidige commissie (commissie Hendriks) en het instellen van een daadwerkelijk onafhankelijke commissie, los van justitie. In deze brandbrief wordt onder andere gesteld dat slachtoffers invloed zouden moeten krijgen in het kiezen van de commissieleden. Niet het samenstellen, maar het in ieder geval kunnen screenen en controleren van deze leden. Dit is voor de slachtoffers een voorwaarde om zich veilig genoeg te voelen om openlijk te spreken. Ook zouden de commissieleden een integriteitsverklaring moeten tekenen. Waarin onder andere een strikte geheimhouding als voorwaarde genoemd wordt. 

Tekening van Esther – www.lichtopsrm.com

Niet alleen bij behandelaren en slachtoffers ligt de onafhankelijkheid van de commissie onder vuur. Ook bij een klein aantal partijen in de Tweede Kamer drong dit door. Daarom diende kamerlid Gideon Van Meijeren (FvD) een motie in om de onderzoekscommissie opnieuw samen te stellen. Hij stelt dat de slachtoffers niet vrijuit kunnen spreken tegenover een commissie die samengesteld is door het ministerie van Justitie en Veiligheid zelf. Sterker nog, de commissie is volgens Van Meijeren volledig afhankelijk van het ministerie. De motie van Van Meijeren houdt net zoals de brandbrief vraagt in dat de huidige onderzoekscommissie ontbonden wordt. En een daadwerkelijk onafhankelijke onderzoekscommissie moet worden ingesteld. Met als belangrijkste punt dat dit buiten het ministerie om moet gebeuren. Deze motie werd door bijna alle fracties in de kamer afgewezen.  

De redenen daarvoor zijn dat het opstellen van een nieuwe commissie tijd nodig heeft. Ze willen het liefste zo snel mogelijk dit rapport boven tafel. Van Meijeren reageert hierop door te stellen dat dat niet per se hoeft. De nieuwe commissie zou gelijk aan de slag kunnen gaan. Belangrijker nog noemt hij dat dit een groot dossier is en dat er daarom in dit onderzoek snelheid het niet moet winnen van zorgvuldigheid. Vanwege het verwerpen van de motie lijkt het erop alsof het onderzoek doorgaat onder de huidige vorm van commissie Hendriks. Door de hevige kritieken uit verschillende hoeken kan je je wel afvragen of de uitslag van dit onderzoek daadwerkelijk serieus te nemen is.

Meer lezen over het verhaal van Esther? Ga naar http://www.lichtopsrm.com

Als journalist wil ik het liefste zo dicht mogelijk op het nieuws staan, dus op de plek waar het daadwerkelijk gebeurt. Alleen dan kan je volgens mij het hele verhaal vertellen. Ik deins niet terug voor een uitdaging want ik vind mijzelf het beste in oncomfortabele en bijzondere situaties.

Reacties

Your email address will not be published.