De rechtbank Zwolle gaat niet akkoord met maar liefst vier schorsingen van voorlopige hechtenis van een groep criminelen die worden verdacht van drugshandel. Dat is besloten nadat de meervoudige kamer de situaties van de verdachten onder de loep namen. De verdachten blijven nu vastzitten totdat de zitting wordt voortgezet in mei.
In de kleine rechtszaal in Zwolle hangt een gespannen sfeer. Van een van de verdachten zijn wat naasten aanwezig. De rechters zitten al klaar, wachtend op de verdachten en hun advocaten. Dan opent er een deur aan de zijkant van de zaal. Twee politieagenten lopen naar binnen, gevolgd door twee verdachten. Daarna kwamen er nog twee politieagenten en drie advocaten binnen. Dat valt op, omdat in het zittingsrooster staat geschreven dat er vier verdachten zijn. De rechter legt het gelukkig uit. Eén kan niet aanwezig zijn maar kan wel vertegenwoordigd worden door hun advocaat. De ander kan ook niet aanwezig zijn, evenmin hun advocaat.
In de zaak Jozef L., Erminio A., Omar M. en Ronald H. worden alle vier verdacht van drugshandel en sommigen zelfs van wapenbezit. Ook worden ze verdacht van het treffen van voorbereidende handelingen, maar waarvoor precies werd niet in de rechtszaal uitgelegd. Alle vier de verdachten verzochten om een schorsing van hun voorlopige hechtenis. In het geval van Omar pleitte de advocaat dat eerdere verzoeken met de 12-jaarsgrond waren geweerd. Dat is een wet die stelt dat er een feit is waar twaalf jaar gevangenisstraf of meer op staat én daardoor een ernstig geschokte rechtsorde ontstaat. De reden dat de advocaat schorsing wil is omdat Omar PTSS zou hebben en in die tijd een behandelingstraject zou kunnen aangaan. Mocht de rechter toch beslissen om niet akkoord te gaan met het voorstel, heeft de advocaat een subsidiair voorstel klaarliggen. De OvJ zou namelijk een nieuw onderzoeksrapport moeten maken naar de situatie van Omar M. De officier heeft uiteindelijk beide voorstellen afgewezen. M. zou nog veel gevangenisstraffen hebben staan, naast meerdere ontnemingen en vuurwapenbezit. Hij heeft om die reden al meerdere kansen gekregen en moet er volgens de OvJ niet nog langer onderuit komen. Hoewel het waar is dat Omar M. PTSS heeft, betekent dat nog niet dat hij geen van de eerdergenoemde feiten heeft kunnen plegen, aldus de Officier van Justitie.
In het geval van Jozef L. is het voorstel ook afgewezen. L. Zou bij eerdere schorsingen meerdere maanden vermist zijn geraakt, waardoor het strafproces vertraging opliep. De Officier noemt de verdachte dan ook vluchtgevaarlijk. De Officier ziet ook geen reden om Jozef een enkelband te geven: “deze kan gewoon doorgeknipt worden”, zegt hij. Maar Jozef komt met een ontroerend betoog. “De Officier geeft aan dat ik voortvluchtig ben, maar ik kreeg een kind. Ik heb nu twee kinderen waarvan één met Down Syndroom. Ik wil bij mijn kinderen zijn.” Ondanks de woorden van de verdachte vader bleek de Officier niet overtuigd.
De meervoudige kamer besluit in te stemmen met het besluit van de Officier van Justitie. De vier verdachten blijven in voorlopige hechtenis. De zitting wordt voortgezet in mei.