Mbo’ers dragen vaak een groot stigma met zich mee in de maatschappij. Ze worden bestempeld als lui en laagopgeleid, en krijgen zelfs te horen dat ze zich niet kunnen aansluiten bij een studentenvereniging. Ondanks deze vooroordelen erkennen we wel dat we de handen van mbo’ers hard nodig hebben in verschillende sectoren. Leanne slomp is een voorbeeld van iemand die dit stigma trotseert. Ze heeft besloten om ondanks het hebben van een havo-diploma, naar het mbo te gaan.
Leanne heeft haar hbo-studie Forensisch Onderzoek verlaten. Ze vindt haar vorige opleiding erg slecht geregeld. “Het had puur te maken met hoe ze de opleiding hadden opgezet. Ze hadden gezegd dat je veel forensisch onderzoek zou doen en soms ook in het lab mocht werken. We waren uiteindelijk van 9 tot 5 in het lab bezig.”
Ze had ook erg veel moeite met het leren voor haar tentamens en zat maandenlang achter bijlessen aan. “Toen ik had besloten om te stoppen met de opleiding, boden ze mij ineens wel bijles aan. Ze benadrukten dat je geen nummertje bent, maar zo voelde het wel.”
Leanne kent het stigma dat mbo’ers krijgen van de maatschappij maar al te goed. “Ze doen alsof je dom bent als je naar het mbo gaat, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Let maar op! Straks heb je geen timmerman meer om dingen in elkaar te zetten, hoe slim ben je dan? Als je hbo of wo hebt gedaan en je kunt niet eens een vogelhuisje in elkaar zetten. Ik merkte ook tijdens mijn tijd op het hbo dat een van mijn klasgenoten verbijsterd naar me keek en vroeg wat potgrond was toen ik erover sprak. Wie is er dan dom? Straks hebben we helemaal niemand meer die een huis kan bouwen. Het onderwijs schiet zichzelf hiermee vroeg of laat in de eigen voet.”
“Op de eerste kennismaking dag kreeg ik meteen de vraag: ‘Waarom ga je dit doen als je ook hbo kunt doen?’ Dat was echt de eerste vraag die ik kreeg. Ook kreeg ik opmerkingen zoals: ‘Weet je dat je het nu heel makkelijk gaat krijgen?’ Dat vond ik wel vervelend.”
Reacties van vrienden en familie waren ook niet altijd even positief. “Ik heb een tante die tegen mijn moeder zei: ‘Nou, dat ze zomaar een mbo-opleiding gaat doen, daar is ze toch veel te goed voor? Nu gaat je inkomen achteruit!’ Terwijl het mijn eigen keuze is.”Een oplossing voor het stigma weet Leanne wel, leg de nadruk niet op academische intelligentie en praktische intelligentie maar kijk meer naar het invidu. “Het systeem moet echt worden afgebroken en vervolgens weer worden opgebouwd, want hoe bepalen ze eigenlijk wie ‘slim’ is en wie intelligent is, terwijl er verschillende soorten intelligentie bestaan? Zonder monteurs zouden de slimme mensen niet in auto’s kunnen rijden. Monteurs volgen namelijk een mbo-opleiding, maar betekent dat dan dat ze dom zijn of zijn ze gewoon handiger in andere dingen? Het onderwijs moet meer inspelen op iemands individuele capaciteiten.”
Het is lastig te zeggen hoe snel het stigma rondom het mbo zal verdwijnen. Het vereist een verandering in het perspectief en een positieve benadering van de media. Door opbouwender te schrijven over het mbo kunnen mensen een beter begrip krijgen van de waarde en vaardigheden die mbo’ers met zich meebrengen. Het is belangrijk dat we het belang en de relevantie van vakmanschap en praktische vaardigheden waarderen, zodat het mbo de erkenning krijgt die ook zij verdienen.
