Al vanaf je twaalfde in de transgenderzorg, en pas op je achttiende beginnen met hormonen

Je ziet wel eens voorbij komen op het nieuws dat er transmensen zijn die achteraf spijt krijgen van hun transitie. Mensen die worstelen met hun genderidentiteit komen nu meestal terecht bij genderpoli’s in ziekenhuizen. Deze genderpoli’s zijn vooral gericht op medische behandelingen met onder andere hormonen en operaties. Volgens een onderzoek van de Radboud Universiteit hebben transgender mensen juist niet altijd behoefte aan fysieke zorg, maar juist aan psychische zorg. Ook zou er te snel gemedicaliseerd worden in de transgenderzorg. Maar hoe is het nu werkelijk om als transgender in Nederland deze zorg te krijgen? Niek van Zijtveld zit al vanaf haar twaalfde in de transgenderzorg en is recentelijk begonnen met het nemen van vrouwelijke hormonen. Zij vertelt over haar ervaringen met transgenderzorg in Nederland.

Eigen ervaringen

Niek was twaalf jaar oud toen ze begon met naar een genderpoli gaan. “Het was niet makkelijk om te beginnen met de transgenderzorg, maar dat kwam vooral omdat ik eerst die drempel over moest om het aan mijn ouders te vertellen.” Vertelt Niek. “Het was ook eerst lastig voor mijn ouders om het helemaal te begrijpen, maar uiteindelijk waren ze wel begripvol.” Vanuit het initiatief van haar ouders begint Niek met transgenderzorg. Niek woont in Emmen, maar in het ziekenhuis in Emmen is geen genderpoli, dus Niek gaat met haar ouders maandelijks naar het VU Medisch Centrum (VUMC) in Amsterdam. Eerst krijgt Niek te maken met veel psychische zorg. Volgens Niek doen ze dit om voor zekerheid en zelfontdekking te zorgen, juist om te voorkomen dat je er spijt van krijgt. “Dit was wel erg moeilijk en emotioneel voor mij.” Vertelt Niek. “Ik had ook wel veel twijfels over wat ik zelf nou precies wilde. Daarom duurde het ook zo lang voordat ik begon met puberteitsremmers. De effecten die puberteitsremmers of hormonen op je lichaam kunnen hebben, zijn permanent. Ik moest er namelijk ook rekening mee houden dat ik mogelijk onvruchtbaar zou worden als ik begon met puberteitsremmers.” Toch kon Niek vrij snel beginnen met puberteitsremmers nadat ze aangaf te willen beginnen bij haar psycholoog. Om van puberteitsremmers uiteindelijk toch naar hormonen over te gaan was wel een grote stap voor Niek. “Ook over het nemen van hormonen heb ik lang getwijfeld. Het voelde wel als de eerste echte grote stap richting een werkelijke transitie.” Vertelt Niek. “In het begin merkte ik echt dat de hormonen veel invloed hadden op mijn lichaam. Ik ben er nu ongeveer acht maanden geleden begonnen met het nemen van hormonen en in het begin kreeg ik veel stemmingswisselingen en opvliegers, alsof ik in de overgang zat. Ook ben ik veel emotioneler dan eerst. Ik word sneller door dingen geraakt en moet sneller uit het niets huilen.”

Te snelle medicalisering

Niek snapt wel dat er zorgen zijn rondom de mogelijk snelle medicalisering van transgender mensen in Nederland, maar vindt dit niet echt een probleem. Niek geeft ook aan zelf nog geen seconde spijt te hebben gehad van haar medische besluit. “Nee. Ik heb nog geen moment spijt gehad van een medisch besluit dat ik heb genomen. Ik snap waar deze zorg vandaan komt, maar het aantal mensen dat daadwerkelijk spijt krijgt is heel klein. Daarnaast zijn medische ingrepen voor veel trans mensen een kwestie van leven of dood door mentale klachten.” Volgens een studie van het Amsterdam UMC klopt dit ook. Veel transgender personen met mentale klachten hebben juist baat bij hormoontherapie en dit verhelpt ook vaak deze klachten. Daarom is het ook juist belangrijk om nadruk te leggen op de mentale zorg voor transgender mensen in Nederland. “Ik heb totaal niet het gevoel gehad dat ik te snel werd gemedicaliseerd. Ik merkte echt dat de psychische zorg heel belangrijk was in de weg naar mijn transitie en dat kostte ook wel het meeste tijd. Ik merkte ook wel dat het erg belangrijk was voor mij, dat ik een specialist had op dat gebied die mij hielp om mezelf beter te begrijpen.” Vertelt Niek. “Ik heb ook wel echt het gevoel dat ik geluk heb gehad met mijn ervaringen. Ik weet namelijk ook dat er veel mensen zijn die nu op een wachtlijst van twee jaar staan en nog geen hulp kunnen krijgen. Als ik in hun positie was geweest, dan had ik dat verschrikkelijk ook verschrikkelijk gevonden.”

Ruimte voor verbetering

Toch ziet Niek graag nog wel wat dingen veranderen in de transgenderzorg in Nederland. “Ik zou wel meer transgender artsen of psychologen op een gender poli willen zien werken. Dit zou denk ik een veilige omgeving creëren voor de patiënten omdat ze zich dan eerder herkent voelen door hun hulpverleners. Ook denk ik dat het belangrijk is dat er meer genderpoli’s komen, zodat er minder lange wachttijden komen voor transgenderzorg.”

Geef een reactie

Your email address will not be published.