Mocht je Emmen een keer bezoeken, dan zul je geheid Wim de Jonge tegenkomen. Onder de Emmenaren is hij al een bekend gezicht. Zittend op zijn vouwstoel met naast hem een bepakte fiets. Hij zit hier werkelijk elke dag tegenover de Hema, met een vriendelijke lach op zijn gezicht. De fiets is bepakt met folders en bordjes, en wat er op die bordjes staat? ‘Ik bewijs binnen een minuut dat Jezus bestaat.’
Zoals elke andere dag is Wim druk in gesprek met een voorbijganger. Hij hoeft ze nooit zelf aan te spreken, de mensen komen vanzelf op hem af. Vanaf de terrassen kun je hem zien zitten. De mensen kijken dan ook aandachtig terwijl ze genieten van hun borrelplankje. ‘’De mensen kijken eerst een tijdje naar die bordjes en die kunnen zich van tevoren helemaal voorbereiden op ieder gesprek dat ze gaan voeren, en ik kan dat niet. Toch heb ik tot nu toe geen enkele keer ruzie gehad, geen slecht woord.’’ Als de voorbijganger wegloopt zet Wim zijn muziek aan, maar zodra de volgende hem iets komt vragen zet hij het weer uit. Er is een vraag die Wim vaak gesteld wordt: ‘’Heel veel mensen vragen zich af wat er gebeurt als we sterven, dat blijft nog steeds de moeilijkste vraag die er is. Ik vertel wat er zou kunnen gebeuren met een logisch verhaal.’’ Oneindig veel verschillende gesprekken doen zich voor sinds hij hier zit. Deze gesprekken variëren en gaan lang niet altijd over het geloof. Als je Wim met zijn telefoon in zijn handen ziet, dan leest hij waarschijnlijk het nieuws. Hij doet graag kennis op over onderwerpen zodat hij erover mee kan praten. ‘’Ik dring niemand ook maar een ding op, ik praat niet eens over het geloof, tenzij iemand mij ernaar vraagt. Dan nog vraag ik netjes of ik een verhaal mag vertellen.’’
Er fietsen een paar jongeren langs, een voor een fietsen ze met volle vaart voorbij. De jongens begroeten Wim en nog voordat ze uit het zich verdwijnen kan Wim terugroepen: ‘’Hoi! Gaat goed jongens!’’ De grote lach op zijn gezicht blijft nog even hangen voordat hij verder praat. ‘’Dit verveelt nooit, want ik ben nooit alleen. De hele dag zit ik hier, ik praat met God en ik lees heel veel.’’ De problemen waarover Wim leest zijn veel groter dan hijzelf. Om toch wat te kunnen doen praat hij met mensen, een voor een. ‘’Ik hoop dat heel veel mensen gaan nadenken als het misgaat, en het gaat mis, dan hoop ik dat deze mensen antwoorden gaan vinden op hun vragen. De bijbel zegt dat het volk ten onder gaat aan gebrek van kennis, dat zie je nu ook met de komst van kunstmatige intelligentie. Als men nou al niet meer nadenkt, dan denkt men dan al helemaal niet meer na.’’
‘’Mensen krijgen al heel snel een wappie theorie als ze naar mij kijken.’’ Hij wijst even naar een van de borden die aan zijn fiets hangen: ‘Jezus is het vaccin tegen angst.’
‘’Mensen vragen mij wel eens of ik een wappie ben. 91 Procent van de mensen die een probleem zien steken hun kop in het zand, het waait wel weer over. Dan heb je 8 procent (zowel slim als dom) die er wat aan willen doen.’’ Hij blijft even stil en brengt dan zijn hand met zijn wijsvinger omhoog naar boven: ‘’Dan heb je nog 1 procent die brengt het volledig in gebed, en dat noem je een snappie.’’ Hij knipt in de hand die hij omhoog had gebracht. ‘’Dat is nog net iets anders. Een wappie denkt dat als we allemaal in opstand komen, dat het dan weer goed gaat komen. Een snappie begrijpt dat de mens hebberig is en dat dit nooit zal veranderen.’’
Dat Wim hier zo kan blijven zitten is niet vanzelfsprekend: ‘’Niet iedereen is blij met mij, ik heb veel strijd gevoerd met de handhaving. Op het moment is het allemaal wel goed maar het probleem is dat veel mensen over mij klagen en die sturen brieven naar de handhaving. Die zijn boos om mijn bordjes, ze willen dit niet elke dag aanzien. Iedereen die dit bordje leest, daar gebeurt emotioneel wat mee.’’ Het punt van Wim wordt gelijk bewezen als er een paar mensen met afkeurende blikken langslopen. Een zucht verlaat zijn lippen: ‘’Dit is wat de naam van Jezus doet.’’ Al zit Wim hier met veel plezier, hij weet niet hoelang hij dit nog op een veilige manier kan voortzetten. ‘’Veel mensen beginnen te flippen als ze me zien, ik word minimaal drie keer in de week met de dood bedreigt, ik word bespuugd. Als mensen de naam Jezus zien worden ze helemaal gek, jammer.’’
Voor nu zit Wim nog goed op zijn plek. De meningen over hem zijn flink verdeeld maar niemand kan ontkennen dat hij inmiddels een iconisch onderdeel van Emmen is geworden. ‘’Dat ik hier zit brengt heel Emmen overstuur. Ze zien mij liever gaan als komen, maar ja, ze hebben het nog niet voor elkaar.’’