Al jaren wordt er gepraat over een verbetering van de treinverbinding tussen Noord-Nederland en de Randstad. Vele nieuwe spoortrajecten zijn onderzocht en al die initiatieven zijn tot nu toe afgewezen. Momenteel wordt er opnieuw onderzoek gedaan naar zo’n nieuw spoortraject, namelijk de Lelylijn. Bij de afgelopen verkiezingen had ook bijna iedere partij iets over die lijn in zijn verkiezingsprogramma staan. Het thema staat dus weer hoog op de agenda.
De Lelylijn is een voorstel voor een nieuwe spoorverbinding van de Randstad naar Leeuwarden en Groningen. Deze verbinding zou door Flevoland en Friesland moeten gaan lopen. Het idee is dat op dat traject een snellere trein gaat rijden die alleen in een aantal grote plaatsen stopt om zo een redelijke tijdswinst te kunnen realiseren. Daarnaast wordt er ook nog gekeken naar een stoptrein op hetzelfde traject die wel op meerdere plaatsen kan stoppen.
Het idee voor de Lelylijn ligt er eigenlijk al ontzettend lang. In de jaren tachtig werden er voor het eerst plannen uitgewerkt om een nieuwe en snelle spoorverbinding van Amsterdam of Schiphol naar Groningen aan te leggen. Dit project heette toen nog de Zuiderzeelijn. Na de eeuwwisseling is er opnieuw gewerkt aan dat traject, maar in 2007 werd het idee definitief afgeblazen en werd besloten om de lijn niet aan te leggen. Sinds 2018 staat de spoorverbinding opnieuw op de kaart onder de naam ‘De Lelylijn’.
In het reageerakkoord van het inmiddels demissionaire kabinet was ruim drie miljard euro gereserveerd voor de aanleg van de Lelylijn. Nu net na de verkiezingen lijkt de positie van de Lelylijn onzekerder geworden. Zeker omdat de grootste partij van Nederland, de PVV, voor een motie heeft gestemd om af te zien van ‘dure projecten zoals de Lelylijn’. De PVV pleit echter wel voor een forse verlaging van de treintarieven om de trein ook toegankelijk te houden voor mensen met een kleinere beurs.
De voorstanders van de Lelylijn benadrukken vooral de positieve invloed voor de economie van de noordelijke provincies. De Lelylijn zou zorgen voor een gunstiger vestigingsklimaat, meer economische ontwikkeling en banen. Ook hebben plaatsen als Emmeloord en Drachten nu geen station en de komst van de Lelylijn zou ervoor zorgen dat ook die plaatsen beter bereikbaar worden. Een tweede spoorweg zou ook moeten zorgen voor een betrouwbaardere verbinding. Alle treinen naar Groningen en Friesland moeten nu langs Zwolle-Meppel en dat is onvoldoende betrouwbaar, draagt de projectgroep ‘Lelylijn’ aan als argument voor de lijn op hun website.
Johan Goos, bestuurslid van de initiatiefgroep de Lelylijn en CDA-lid, legt uit waarom het belangrijk is dat een nieuw spoortraject voor een betere doorstroom naar Noord-Nederland, weer opnieuw op de politieke agenda staat. “Als je kijkt naar de spoorkaart van Nederland en dan de Flevopolder en het stuk verder naar Friesland en Groningen, zie je gewoon dat het een blinde vlek is.” De aanleg van de lijn is volgens Goos te lang vooruitgeschoven. “Als je telkens maar zegt dat het te duur is, komt hij er nooit. Geld is niet het probleem, maar de politieke wil is het probleem.”
Daarentegen zijn er ook veel tegenstanders van de Lelylijn. Tot nu toe hebben de tegenargumenten van deze groep het zwaarst gewogen, aangezien het plan al tweemaal van de kaart is geschoven. Het belangrijkste argument is dan ook dat de opbrengsten niet opwegen tegen de kosten. Dit blijkt uit bestaand onderzoek dat er al eerder gedaan is. “In het gunstigste geval zijn de baten maar 40 procent van de kosten”, aldus Bert van Wee, hoogleraar Transport Policy aan de technische universiteit van Delft. Hij legt uit waarom het bijzonder is dat het traject weer nieuw leven is ingeblazen. “De provincies in het noorden zijn in 2008 ook al gecompenseerd voor het feit dat de Zuiderzeelijn toentertijd niet is aangelegd”, legt hij uit. Dat de aanleg van de treinverbinding nu toch weer in verscheidene verkiezingsprogramma’s terug te vinden is, is volgens de hoogleraar het gevolg van succesvolle lobby’s van de noordelijke provincies. “Het noorden doet heel slim alsof er niks gebeurd is en is opnieuw gaan lobbyen voor de Lelylijn.”
In het kader van duurzaamheid wordt er ook veel gesproken over de Lelylijn. Reizen met het openbaar vervoer is immers duurzamer dan bijvoorbeeld met de auto en een snellere treinverbinding zou mensen moeten stimuleren om eerder de trein te pakken en de auto te laten staan. Bert van Wee gelooft echter niet dat zo’n nieuw treinspoor veel invloed zal uitoefenen op de autogebruiker. Volgens hem is het in het kader van duurzaamheid veel efficiënter om het gebruik van de auto te ontmoedigen in plaats van de trein aantrekkelijker te maken. Een verbetering van de treinervaring zou er volgens Van Wee vooral voorzorgen dat mensen die al met de trein reizen vaker de trein zullen pakken in plaats van dat de automobilisten massaal zouden overstappen naar de trein.
Een andere reden die het kabinet had om te investeren in de Lelylijn was de ambitie om de woningcrisis te willen oplossen. Er is een plan ontwikkeld, zo meldde de NOS in 2022, om het kabinet mee te laten betalen aan de aanleg van de snellere spoorlijn om er zo voor te zorgen dat mensen die in de Randstad werken er sneller voor zullen kiezen om verder buiten de Randstad te gaan wonen. De vier noordelijke provincies, waar meer plek is, zouden volgens dit plan 25.000 tot 75.000 extra huizen bouwen. Dat zou betekenen dat er zo’n 200.000 mensen naar het Noorden zouden moeten verhuizen en dat is volgens Van Wee niet realistisch. “Het zal vooral ten koste gaan van de werkgelegenheid in het oosten.” Volgens hem zullen meer mensen uit het oosten naar het noorden komen, in plaats van dat er meer mensen uit de Randstad naar hoger in het land zullen trekken. Aan de andere kant zegt Johan Goos dat het vooral belangrijk is dat hoogopgeleide mensen uit het noorden, in het bijzonder de Noordoostpolder, niet allemaal vertrekken naar de randstad maar kunnen blijven wonen en werken waar ze zijn opgegroeid. Johan Goos benadrukt nogmaals de ereschuld die Den Haag heeft naar de provincies. “Als de Lelylijn er niet komt zeg je tegen het noorden: jullie doen niet meer mee” Op dit moment loopt er nog onderzoek, maar in 2024 moet er een definitief besluit worden genomen over het wel of niet aanleggen van de veelbesproken Lelylijn.