18 maanden onvoorwaardelijk geëist voor poging tot moord: “Ze had dat mes niet in haar hand om een broodje te smeren”

“Ze heeft dat 100 procent zeker verzonnen.” Dat zei de 34-jarige verdachte Bertus G. op een zonnige 30 april in de Zutphense rechtbank. De neef en vader van de verdachte zijn aanwezig, wat de kleine zaal redelijk opvult. Verdachte Bertus G. wordt aangeklaagd voor de poging tot moord op zijn ex-vriendin, het weigeren van een bloedtest, het niet meewerken aan een taakstraf en onbetaalde geldboetes.

Het is meer dan een jaar geleden dat Bertus G. in de nacht van 13 januari 2024 zijn ex-vriendin ernstig mishandelde. Er zat bloed op de vloer, de muur, de ramen en aan de onderkant van zijn werkschoenen. Meerdere getuigen verklaren dat ze geruzie en gegil hoorden vanuit het appartement van het slachtoffer. Na het horen van een harde bons belde de buurvrouw de politie.

De verdachte heeft een brief gestuurd naar de rechtbank over dat hij eerst niet eerlijk was en dat hij van plan is om dat nu wel te zijn. Op de vraag waarom hij eerst niet eerlijk was, antwoordt hij: “Ik wilde het niet moeilijker voor haar maken, omdat zij een kleine heeft.”

G. vertelt het verhaal van de avond. Het begon voor hem na een lange dag werken. Samen met het slachtoffer had hij drank gekocht en genuttigd, waarna ze ruzie kregen en het slachtoffer bij G. wegliep. Toen hij haar vond in haar appartement zag hij schrammen in haar gezicht. Ze praatten wat, en G. ging naar bed.

Nadat G. midden in de nacht gewekt werd door de radio kreeg het stel weer ruzie. “Uit de achterste la pakte ze een groot keukenmes,” aldus Bertus G. “Ze had dat mes niet in haar hand om een broodje te smeren.” Het slachtoffer maakte stekende bewegingen en vroeg Bertus om haar appartement te verlaten. De verdachte schopte haar tegen haar bovenbeen als poging tot verdediging. Hij had zijn werkschoenen niet aan. “Ik neem aan dat ik niet met schoenen aan ga slapen,” verklaarde hij. Zijn vriendin viel tegen de verwarming aan met een klap, waarna de politie werd gebeld.

Zijn advocaat grijpt hier in. “Je moet niet dingen gaan invullen. Vertel alleen dingen die je zeker weet.”

Rond 5 uur ’s ochtends kwam de politie aan bij het appartement. Het slachtoffer lag op de grond. Zij werd gelijk naar de spoedeisende hulp gebracht. Ze had veel letsel. Haar neus, jukbeenderen en schedel hadden breuken en haar ogen waren bont en blauw. Deskundigen zeggen dat het letsel op het hoofd waarschijnlijk is opgelopen door een voorwerp met reliëf, mogelijk een schoen. Hetzelfde is aantoonbaar op het been. “Dat kan maar dat heb ik niet gedaan,” aldus de verdachte. “Ik vind het echt gemeen dat ze liegt.” 

De rechters stellen hun vragen, waar de verdachte ruim op in gaat. Hij is in het Pieter Baan Centrum geobserveerd, die tbs met dwangverpleging adviseren.  “Ik heb geen vertrouwen in psychologen,” antwoordt hij op de vraag waarom hij niet meewerkte aan het onderzoek.

De Officier van Justitie komt aan het woord. “Het is een geluk dat het slachtoffer er nog enigszins vanaf is gekomen,” begint ze. Het slachtoffer verklaart consistenter dan de verdachte, wiens verhaal steeds verandert. Hoe en waar is geschopt en geslagen is aantoonbaar en bewijsbaar. Klinische behandeling is noodzakelijk. Ze eist tbs met dwangverpleging, voor 18 onvoorwaardelijke maanden.

Over twee weken zal de rechter uitspraak doen.

Jackie Vedder

Hoi! Ik ben Jackie, en ik schrijf over van alles en nog wat :)

Geef een reactie

Your email address will not be published.